Autoverhuur Tsjechië

Introductie

Tsjechië is een prachtig vakantieland met een indrukwekkende natuur. Het landschap kenmerkt zich door uitgestrekte bossen en begroeide heuvels, afgewisseld met hooggebergtes. U kunt hier genieten van mooie fietstochten en wandelingen. Ook is het mogelijk om tot rust te komen op een stille camping aan het water. De steden in Tsjechië beschikken over bijzondere historische kerken, paleizen, kastelen en burchten. In de hoofdstad Praag is veel te zien en te doen. Er zijn talrijke musea en theaters, winkels, galerieën en monumenten. Tsjechië is verrassend modern en bovendien goedkoop. Kortom, een aantrekkelijke vakantiebestemming voor jong en oud.

Geschiedenis

Het huidige Tsjechië bestond oorspronkelijk uit drie regio’s: Bohemen, Moravië en Silezië. Tot de eerste eeuw voor Christus werden deze regio’s bewoond door Keltische volkeren. In de zesde eeuw na Christus trokken de Slaven, afkomstig uit het oosten en noorden, het land binnen en vestigden zich langs de rivier de Moldau (“Vltava”). Rond 830 werd door vorst Mojmír I het Groot-Moravische Rijk opgericht, waartoe voornamelijk delen van het huidige Tsjechië en Slowakije behoorden. Een groot deel van de bevolking werd in die tijd tot het christendom bekeerd.

In de tiende eeuw na Christus werd het Rijk aangevallen door Hongaren. Daarna werd het Rijk verdeeld tussen verschillende landen: Hongarije, Bohemen, Polen en het Heilige Roomse Rijk. De dynastie van de Premysliden kwam aan de macht en regeerde over de Tsjechen in Bohemen en Moravië. Niet veel later werden Moravië en Silezië onder de Boheemse kroon gebracht. Bohemen met de hoofdstad Praag vormde in die tijd het politieke en culturele centrum van het Heilige Roomse Rijk.

In de periode die volgde, raakte het land in een crisis. Onder leiding van Johannes Hus verzette de bevolking zich tegen de sterke Duitse invloed. In 1419 braken de Hussietenoorlogen uit waarbij Duitsers de stad uitgezet werden. Ook wilde de bevolking meer godsdienstvrijheid. De revolutie duurde tot 1438. Vanaf 1526 viel Bohemen onder het bewind van de Habsburgers. Keizer Ferdinand I versterkte de Katholieke Kerk. Toen Rudolf II keizer werd (in 1575), brak een nieuwe bloeiperiode aan voor Praag. De opvolger van Rudolf II, genaamd Ferdinand II, was niet verdraagzaam tegenover de protestanten. De protestanten kwamen daarom in opstand. In 1618 brak de Dertigjarige Oorlog uit. De oorlog zorgde voor veel schade en het Boheemse Rijk raakte in verval. Pas tegen het eind van de zeventiende eeuw leefde de economie van het land weer op.

De negentiende eeuw kenmerkte zich door het groeiende nationaal bewustzijn van de Tsjechische bevolking. Er kwam meer godsdienstvrijheid en de Tsjechische taal werd toegestaan op scholen. Langzaam kwam er meer belangstelling voor de Tsjechische cultuur, geschiedenis en taal. In 1861 werd het Tsjechisch de officiële tweede taal in Bohemen. De Tsjechen streefden autonomie na terwijl de Duitsers het Habsburgse Rijk zelf wilden blijven besturen. In 1918 kregen de Tjsechen datgene waar ze al zo lang op hoopten: een onafhankelijke Tsjechoslowaakse Republiek. Masaryk was de eerste president. De Republiek bestond uit een aantal verschillende volkeren, namelijk Tsjechen, Duitsers, Slowaken, Hongaren en Roethenen.

Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog kwam er een einde aan de onafhankelijkheid van Tsjecho-Slowakije. Duitsland bezette Sudetenland, Bohemen en Moravië. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg de staat haar onafhankelijkheid terug. In 1948 pleegden de communisten een staatsgreep waardoor Tsjecho-Slowakije een volksrepubliek werd. In 1968 werd de hervormer Alexander Dubek leider van de communistische partij. Onder zijn bewind brak een periode van liberalisering aan. De ontluikende democratie werd door de communistische buurlanden echter niet gewaardeerd. De troepen van het Warschaupact bezetten de republiek en herstelden het traditionele communisme. Vanaf dat moment vonden er verschillende demonstraties plaats. De bevolking wilde meer rechten en meer vrijheid.

In 1989 begon de Fluwelen Revolutie waarbij miljoenen burgers staakten. De revolutie heeft zich uiteindelijk geweldloos voltrokken (daar dankt de revolutie haar naam aan). Uiteindelijk werd het communistische regime omver geworpen. Havel werd door het parlement gekozen tot de nieuwe president. De verhouding tussen de Slowaken en de Tsjechen verslechterde. De Slowaken voelden zich achtergesteld. Nadat het Slowaakse parlement in 1992 soevereiniteit uitriep, gingen Tsjechië en Slowakije vanaf 1993 verder als twee aparte staten. Havel werd president van Tsjechië. De democratisering werd doorgezet en Tsjechië werd hetzelfde jaar nog lid van de VN. Het land zocht meer toenadering tot het westen. In 2004 trad Tsjechië toe tot de EU. De premier van het land, Václav Klaus, volgde in 2003 Havel op als president.

Samenleving en Cultuur

In Tsjechië wonen meer dan tien miljoen mensen. Ongeveer 81% van de bevolking is Tsjechisch en ongeveer 13% is Moravisch. Meestal worden de Moraviërs ook tot de Tsjechische bevolking gerekend. Daarnaast leven er enkele andere nationaliteiten in Tsjechië. Voorbeelden hiervan zijn Slowaken, Duitsers, Hongaren en Polen. De Roma (zigeuners) vormt ook een klein percentage van de bevolking. Hoewel het bevolkingspercentage sinds de jaren negentig een tijd lang dalende was, is er momenteel sprake van een groeiend bevolkingsaantal. Dit komt doordat meer mensen in Tsjechië gaan wonen dan dat er inwoners uit het land wegtrekken.

De meeste gelovigen in Tsjechië zijn katholiek (ongeveer 40%). Ongeveer 400.000 inwoners zijn lid van de Hussietenkerk. Ook is een kleiner percentage van de bevolking protestants. Verder telt het land een aantal joden, boeddhisten en moslims. Een groot deel van de bevolking hangt echter geen enkel geloof aan. Weinig mensen bezoeken trouw de kerk.

Een zeer groot deel van de bevolking spreekt Tsjechisch (97%). Net als de Poolse en Slowaakse taal is het Tsjechisch een West-Slavische taal. Het een van de oudste talen van Europa en wordt door ongeveer twaalf miljoen mensen gesproken. Verder spreken veel Tsjechen daarnaast nog Duits en Engels.

Tsjechië staat bekend om haar grote aantal historische monumenten. Het land telt meer dan 2700 paleizen en kastelen. Ook zijn er prachtige gotische kathedralen. In verschillende steden bevinden zich belangrijke culturele gebouwen. Een aantal steden staan dan ook op de Werelderfgoedlijst van UNESCO, zoals Telc, Cesky Krumlov, Kutna Hora en Praag. Overal in het land zijn verder theaters en musea te vinden. Aangezien Tsjechië van oorsprong een katholiek land is, worden er verschillende christelijke feesten gevierd. Vooral Kerstmis en Pasen zijn belangrijk en kennen veel tradities. Ook zijn er typische Tsjechische feestdagen, zoals de verdrijving van de winter op 30 april en het herdenken van Johannes Hus op 6 juli.

Tsjechië kent enkele bekende schrijvers en componisten. Voorbeelden van Tsjechische schrijvers zijn Frans Kafka en Vaclav Havel. Drie grote Tsjechische componisten zijn Antonín Dvoák, Bedich Smetana en Leoš Janáek. Tot slot staat Tsjechië bekend om haar kuuroorden. Verspreid over het hele land zijn meer dan veertig wereldberoemde kuuroorden te vinden die minerale en thermale bronnen als basis hebben. Men gelooft dat deze bronnen een geneeskrachtige werking hebben.

Politieke situatie

Tsjechië is een republiek met een parlementaire democratie. De wetgevende macht is in handen van het parlement. Het parlement bestaat uit twee kamers, namelijk het Senaat en het Huis van Afgevaardigden. De Senaat telt 81 leden en het Huis van Afgevaardigden heeft 200 leden. De leden van de Senaat worden voor een periode van zes jaar gekozen; de leden van het Huis van Afgevaardigden voor vier jaar. De minister-president is het hoofd van de regering.

De president heeft de uitvoerende macht in handen. Sinds 2003 is Václav Klaus de president van het land. Hij is voor vijf jaar gekozen door een meerderheid van de twee kamers. De president benoemt de ministers, is voorzitter van de Centrale Bank en hij is bevoegd tot het verlenen van gratie.

Tsjechië kent een meerpartijenstelsel. Dit betekent dat er meerdere politieke partijen mogen deelnemen aan verkiezingen. Op deze manier wordt de politieke macht verdeeld. Belangrijke linkse partijen zijn de ‘Communistische Partij Bohemen en Moravië’ en de ‘Tsjechische Sociaal-democratische Partij’. Partijen in het midden zijn de ‘Christen-Democratische Unie-Tsjechische Volkspartij’ en de ‘Groene Partij’. Twee belangrijke rechtse partijen zijn de ‘Democratische Burgerpartij’ en de ‘SNK Europese Democraten’. In 2006 kreeg de Democratisch Burgerpartij de meeste stemmen.

Alle Tsjechen vanaf achttien jaar hebben algemeen kiesrecht. Vanaf 21 jaar kunnen burgers in de Kamer van Afgevaardigden gekozen worden. De leeftijdsgrens ligt hoger voor de Senaat, namelijk vanaf 40 jaar.

Economie

De president van Tsjechië is een voorstander van de vrijmarkteconomie. Sinds 1991 is de economie van het land voor een groot deel geprivatiseerd. Om de vrijemarkteconomie verder te stimuleren, werden de prijzen vrijgegeven. Hoewel dit in eerste instantie tot inflatie leidde, daalde het prijsniveau daarna weer tot een acceptabel niveau. De economie van Tsjechië mag stabiel en ontwikkeld genoemd worden.

Buitenlandse investeringen vormen een belangrijk aspect van de Tsjechische economie. Het grootste deel van de investeringen (75%) was afkomstig uit landen van de Europese Unie. Vooral de financiële dienstverlening is een aantrekkelijke sector voor buitenlandse ondernemingen om geld in te investeren. De investeerders hebben baat bij de goedgeschoolde Tsjechische beroepsbevolking. De beroepsbevolking wordt gevormd door ongeveer vijf miljoen inwoners. Een groot percentage daarvan is werkzaam in de industriële sector.

Slechts een klein percentage van de beroepsbevolking is werkzaam in de landbouw. Veel bedrijven in deze sector zijn geprivatiseerd. De productie is hoofdzakelijk bedoeld voor consumptie van de eigen bevolking. De opbrengst uit de landbouw is echter niet voldoende voor het hele land; naast de eigen productie importeert Tsjechië verschillende agrarische goederen. Enkele belangrijke agrarische producten van de Tsjechische landbouw zijn suikerbieten, aardappelen, tarwe en hop.

De industrie vormt een belangrijke sector in de Tsjechische economie. Een strategische en belangrijke industrietak is de chemische industrie. Vooral de zware chemie levert grote opbrengsten op. Andere belangrijke industrieën zijn de machinebouw, metaalbewerking en de ijzer- en staalproductie. Twee voorbeelden van importproducten op het industriële gebied zijn basischemicaliën en synthetische vezels. Exportproducten zijn verschillende chemische middelen zoals reinigingsproducten.

De vrijemarkteconomie heeft de dienstensector doen groeien. Er zijn veel nieuwe bedrijven opgestart en ook is het toerisme op gang gekomen. Verder werd de banksector geprivatiseerd. Een groot deel daarvan is in handen van buitenlandse investeerders. Handel is natuurlijk ook erg belangrijk voor de Tsjechische economie. Er wordt vooral veel gehandeld met de landen van de EU en de CEFTA (Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst). Maar liefst 30% van de exportproducten heeft Duitsland als bestemming. Daarnaast zijn Slowakije en Rusland belangrijke handelspartners. Machines, metaal en elektronica worden geëxporteerd. Chemische producten, machines en transportmaterialen zijn veel voorkomende importgoederen.

In Tsjechië betaalt men niet met de euro. Het wettige betaalmiddel is de kroon. Een kroon (Kc) is 100 helaru. Een euro is ongeveer 30 kronen waard.

Geografie en Klimaat

Tsjechië ligt in Midden-Europa en is een relatief klein land. De totale oppervlakte van het land bedraagt bijna 79.000 km2. In het noorden grenst Tsjechië aan Polen, in het oosten aan Slowakije, in het westen aan Duitsland en in het zuiden aan Oostenrijk. Het land ligt niet in de buurt van een zee. De twee belangrijke streken van het land zijn Bohemen (in het westen) en Moravië (in het oosten).

Tsjechië bestaat uit verschillende gebieden met laagland die van elkaar gescheiden zijn door hooggebergtes. Het landschap kenmerkt zich door kleine heuvels, uitgestrekte bossen, weilanden en waterrijke gebieden. In het zuidwesten van het land, langs de grens, bevindt zich het Bohemer Woud. Dit is een middelgebergte van maar liefst 200 kilometer lang. Het gebergte loopt door in Duitsland en Oostenrijk. Andere bergketens zijn het Ertsgebergte, in het noordwesten van Tsjechië, en de Sudeten in het grensgebied tussen Duitsland, Polen en Tsjechië. Het berggebied Sumava is het grootste natuurgebied van Midden-Europa. De rivier de Moldau ontspringt in dit gebied. In het Reuzengebergte, op de grens tussen Tsjechië en Polen, ontspringt de Elbe. Ook ligt in dit gebied het hoogste punt van Tsjechië, de berg Sneeuwkop (1601 meter).

De hoofdstad van het land is Praag (in Centraal-Bohemen). Het is een prachtige stad met een rijke cultuur. Er bevinden zich vele mooie gebouwen, kastelen en kerken. Ook zijn er talrijke musea en theaters. De omgeving van deze stad is het meest dichtbevolkte gebied van Tsjechië. In Praag zelf wonen ruim één miljoen Tsjechen. Na Praag is Brno de grootste stad van het land. In deze stad in Zuid-Moravië wonen bijna 400.000 mensen. De stad Cesky Krumlov staat bekend om haar bijzondere historische gebouwen. Andere steden in Tsjechië zijn Ostrava, Pilsen, Olomouc, Kutna Hora, Telc, Ceske Budejovice en Pardubice.

Het klimaat in Tsjechië wordt gerekend tot het Midden-Europese klimaat. In het oosten is de invloed van het continent groter waardoor de verschillen tussen de zomer- en wintertemperaturen hier groter zijn. In de zomer valt de meeste neerslag. In de dalen van Bohemen valt de minste neerslag. De berggebieden zijn ’s winters dikwijls besneeuwd. In de gebieden met laaglanden valt afwisselend sneeuw en regen. Juli is de warmste maand van het jaar met een gemiddelde temperatuur van 18 tot 21 graden Celsius. De temperaturen kunnen in deze maand echter ook oplopen tot meer dan 30 graden Celsius. De koudste maand is januari met een gemiddelde temperatuur onder het vriespunt. De temperaturen in Moravië zijn vaak hoger dan in Bohemen. Ook valt er in deze streek gemiddeld minder neerslag. Praag is relatief warm en droog doordat de stad beschut ligt in een bekken van een aantal rivieren.

Verkeer en Infrastructuur

Tsjechië is op verschillende manieren te bereiken. Er rijden verschillende internationale treinen van en naar Praag. In Tsjechië zelf is het ook mogelijk om per trein te reizen. De spoorwegen zijn in handen van eské dráhy (CD). De spoorwegen zijn in totaal ongeveer 9500 kilometer lang. In Praag bevindt zich het grootste en belangrijkste treinstation: Praha hlavní nádraží. Vanaf dit station vertrekken ook de internationale treinen. Een treinreis in Tsjechië is erg goedkoop.

Ook per bus is Tsjechië goed bereikbaar. De reis duurt echter veel langer dan per vliegtuig. In Tsjechië zelf rijden er ook volop bussen. Vooral in Praag zijn er veel verschillende stadsbussen. Naast bussen is er in Praag ook de mogelijkheid om gebruik te maken van de metro of de tram. Ook in de steden Brno, Pilsen, Liberec, Olomouc en Ostrava is het mogelijk om per tram te reizen.

De grootste luchthaven van Tsjechië is de luchthaven Ruzyn in Praag. Andere internationale luchthavens zijn te vinden in de steden Brno, Ostrava, Karlsbad en Pardubice. CSA Czech Airlines is de nationale luchtvaartmaatschappij. Voor het reizen binnen Tsjechië wordt vrijwel geen gebruik gemaakt van het vliegtuig. Het is namelijk veel goedkoper om per trein, bus of auto te reizen en de afstanden zijn op deze manier goed te overbruggen.

Het wegennet van Tsjechië bedraagt ongeveer 55.000 kilometer. Daarvan bestaat slechts 500 kilometer uit snelwegen. De kwaliteit van de hoofdwegen is desalniettemin zeer goed en ook de regionale en lokale wegen zijn vaak van goede kwaliteit. De maximumsnelheid op snelwegen is 130 km/u en op hoofdwegen 90 km/u. Binnen de bebouwde kom mag maximaal 50 km/u gereden worden.

Eten en Drinken

De Tsjechische keuken is beïnvloed door de omringende landen Hongarije, Oostenrijk en Duitsland. Sommige Tsjechische gerechten en lekkernijen, zoals goulash en apfelstrudel, zijn daardoor ook te vinden in andere landen. In de typisch Tsjechische recepten wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van graan, peulvruchten, aardappels en vlees. Vroeger kon men deze ingrediënten zelf verbouwen. Er zijn een aantal unieke Tsjechische gerechten, zoals knoedels. Knoedels kunnen gemaakt worden uit gistdeeg of van rauwe of gekookte aardappels. Ze worden vaak als bijgerecht bij een hoofdmaaltijd geserveerd. Bramboráky zijn gebakken aardappelkoekjes en topinky is geroosterd brood. Vis wordt in Tsjechië weinig gegeten. Ook zijn de Tsjechen meer vleeseters dan groenteliefhebbers.

De lievelingsdrank van veel Tsjechen is pils. Men gaat ervan uit dat deze biersoort afkomstig is uit de stad Pilsen. Bier (pivo) wordt niet alleen gebruikt om te drinken, maar ook om het voedsel mee te bereiden. Gemiddeld drinkt een Tsjech ongeveer 150 liter bier per jaar. Becherovka is een typisch Tsjechische kruidenlikeur. Deze drank bevat 38% alcohol.

Er zijn veel restaurants in Tsjechië. Er kunnen meestal zowel internationale gerechten als traditioneel Tsjechische maaltijden gegeten worden. Uiteten gaan in Tsjechië is relatief goedkoop. Vaak zijn de restaurants tot minstens 23.00 uur geopend. Op maandag bestaat de kans dat restaurants gesloten zijn. Het is gebruikelijk om tussen de vijf en twaalf procent fooi te geven.

Accommodatie

Tsjechië is in de afgelopen jaren een populair vakantieland geworden. Het land is goed afgestemd op de miljoenen mensen die het land jaarlijks bezoeken. De kwaliteit van de hotels loopt uiteen. In Praag zijn de meeste luxe en dure hotels te vinden. Aan de rand van de stad bevinden zich meer eenvoudige en goedkope hotels. Goedkoop overnachten kan ook in een van de vele jeugdherbergen of hostels. Ook zijn er verspreid over het hele land voldoende campings te vinden. Even als voor hotels, geldt ook voor campings dat de kwaliteit erg kan verschillen. Sommige campings hebben hoofdzakelijk Tsjechische gasten. Deze campings zijn het meest goedkoop. Andere campings richten zich vooral op internationale gasten. De kwaliteit is hier vaak beter maar de prijzen liggen dan ook hoger. Tot slot is het uiteraard ook mogelijk om in vakantiehuisjes of pensionnetjes te overnachten. Een klein, typisch Tsjechisch pensionnetje is een uitstekende manier om de huiselijke sfeer van Tsjechië te kunnen ‘proeven’.

Tijdzone

Tsjechië heeft een tijdzone van GMT +1. Dit is de Central European Time (CET). In maart wordt de klok een uur vooruit gezet.

Externe Bronnen

Voor meer informatie over Australië raden wij u naast zoeken met Google de volgende bronnen aan:

• Wikipedia Tsjechie
• Officiele website van Tsjechie
• CIA World Factbook Tsjechie